vrijdag 18 september 2009

de laatsten zijn thuis

vrijdag 18 september
Gisteren zijn wij (Nathalie en Willemien) thuisgekomen. Kangwa heeft ons donderdagmorgen om half zes bij de lodge in Lusaka opgehaald en na een lange (pfff) reis kwamen we om kwart over tien 's avonds op Schiphol aan. Daar stond Bart ons op te wachten! De non die ons een maand geleden had opgewacht was er nu weer, nu op mensen van het Leger des Heils uitgeleide te doen. Ik heb nog even met haar gepraat. Leuk!
De komende dagen zal ik nog wat foto's toevoegen en maandag hebben we een afsluitende bijeenkomst. Kortom: wordt vervolgd
Willemien

donderdag 17 september 2009

Over het zebrapad terug naar Nederland


Verdere ontmoeting met de bisschop van de Brethrern in Christ




We waren uitgenodigd om bisschop Hamukangandu nog eens te ontmoeten op zijn thuisbasis in Choma. Deze stad ligt op de route van Livingstone naar de hoofdstad Lusaka. In de streek van Choma begon de missie van de Brethern in Christ Church eind 19e eeuw. Het merendeel van deze kerk woont nog steeds in de zuidelijke provincie van Zambia, hoewel ze inmiddels in heel het land kerken hebben gesticht. De Brethern zetten speciaal in op theologische scholing, ook van de leken. Tegelijkertijd verlenen ze praktische hulp bij de problematiek van HIV/aids, tuberculose en malaria. Enerzijds helpen ze de zieken met verpleging en medicijnen, anderzijds ondersteunen ze de familie van de patiënt met het verwerven van inkomsten en het verbouwen van voedsel. Zonder voldoende voedsel en huisvesting heeft een patiënt immers geen kans om te overleven. De Brethern in Christ zijn inmiddels erg succesvol met het verlenen van microkrediet. Tijdens ons gesprek kwamen we indringend te spreken over de oecumene in Zambia; de bisschop is een volle termijn van drie maal drie jaar de gekozen voorzitter van de Raad van Kerken van Zambia geweest. Als het erop aankomt schuiven de kerken in Zambia hun verschillen terzijde en trekken gezamenlijk op om oplossingen te vinden voor problemen als armoede, corruptie en ziekenzorg. De bisschop benadrukte dat geloof niet zonder daden kan. We stemden daar van harte mee in. Hij sprak de wens uit om een keer in de doopsgezinde gemeente Bussum-Naarden voor te gaan en een plan voor een tegenbezoek werd geboren.

Dieren rond Livingstone







De grootsheid van de natuur dichtbij de Victoria-watervallen bleek al direct toen we aan de overkant van de Zambesi-rivier een paar olifanten zagen. Dit was nog maar het begin, want op onze tocht door het Mosi-oa-tunya National Park hadden wij het geluk een grote familie olifanten tegen te komen. Het waren er zeker dertig. Uiteraard gaven we deze groep de tijd om rustig over te steken over de weg waarover wij aan kwamen rijden (zie foto). Toen de laatste olifant eindelijk overgestoken was, merkten we dat we met ingehouden adem hadden zitten kijken: een zucht ontsnapte ons. Bij zonsondergang voeren we met een kleine boot over de Zambesi-rivier. Een kleine groep olifanten koos dit moment uit om de rivier over te steken. Fenomenaal was het om te zien hoe de grote olifanten de kleine hielpen door ze uit het water op te tillen. U begrijpt het al: we waren opnieuw ademloze toeschouwers.
Chris en Afke

dinsdag 15 september 2009

Van Vic Falls naar Lusaka


Maandag 14 aug
Een lange busreis in een oude bus. De rugleuningen konden alleen nog in de stand ‘achterover’ en de armleuning moest je op de een of andere manier op je heup laten leunen. En stof. STOF. Dat hadden we nog niet eerder genoemd. Het is overal STOF. Geel, rood, grijs. En gaat overal tussen en in zitten.
Toch mooie reis! Dominee Kangwa Mabuluki was zo vriendelijk om ons op het drukke busstation op te komen halen en had een fantsatische lodge voor ons geregeld. ’s Avond heel gezellig met hem gegeten en gesproken over TEEZ en de verschillende soorten kerken in Zambia en Nederland.
Nu nog twee dagen Lusaka, hopelijk naar Charles van het Mukwa project en naar Women in Mining. We wachten op telefoontjes.
Willemien

Zimbabwe lokaal




Op zo’n 40 km afstand van Vic Falls hebben we twee scholen bezocht: de pre-school die Marleen met haar vrienden heeft gebouwd en een primary (basis)school op hetzelfde terrein. De school van Marleen is een prachtig gebouwtje. Een centrale ruimte met twee ronde pilaren in het midden. De binnenkant is nog niet helemaal klaar. De wanden worden geschilderd in lichte tinten en op kleuterhoogte komt er langs alle wanden schoolbordverf. Op de basisschool zijn drie klaslokalen. Er waren wel wat kinderen, maar niet de 350 die er zouden moeten zijn. De leraren waren er trouwens ook niet. Die zijn aan het staken voor een hoger loon. Ze verdienen nu ongeveer 150 euro per maand. Er zijn kleine huisjes waar ze met hun familie kunnen wonen en er is ook een groentetuin waar ze wat kunnen verbouwen. Maar al met al lang niet genoeg om van rond te komen. DE directrice was er wel en die vertelde ons dat vorig schooljaar er vier maanden geen les was gegeven vanwege stakingen. Nu waren er een aantal vrijwilligers met de kinderen bezig. Alle kleurpotloden, gummetje, pennen, loeps enz. die we mee hebben genomen zijn naar deze school gegaan. Als een kind iets bijzonders heeft gedaan, verdrietig is o.i.d. dan krijgt het iets hiervan. Ik heb uitdrukkelijk afgesproken dat het niet alleen maar naar ‘de beste van de klas, mag gaan. Ook je best doen, gevallen zijn of het feit dat er iemand in je omgeving is overleden is een reden voor iets moois. Alle brillen gaan trouwens naar een gezondheidscentrum waar eens in de drie maanden een oogarts een week lang spreekuur heeft.
We zijn doorgereden naar de hoofdman Andrew. Daar werden we hartelijk ontvangen op het erf van zijn vader. Een keukenhut en een buitenkookplaats, hutten voor ieder gezin dat er woont (een stuk of drie vier). De vader van het Andrew heeft twee jaar geleden tegen hem gezegd dat hij een vrouw moest zoeken en een eigen erf moest beginnen. Naast dat van zijn vader.
Later zijn we naar het land gegaan dat is toegewezen aan Marleen en Brian. Zij willen een bakkerij en een restaurant beginnen. De chief kan je dat toewijzen. Je krijgt het land niet, maar mag het gebruiken. Mits je binnen een half jaar begint met bouwen. Hun stuk land is werkelijk prachtig gelegen. Helaas kwamen we er ter plekke achter dat er illegaal gekapt wordt, vooral de grote mahoniebomen moesten het ontgelden. Tegen de avond kwamen we bij de chief zelf aan. Ook daar een hartelijk welkom. Voor we het wisten zaten we op kleine krukjes in een kring te praten en waren de vrouw en dochter verdwenen in de keuken om een heerlijk maal te maken. Deze chief was echt zoals je je een chief voorstelt: wat ouder, bedachtzaam, meer vragen stellend dan zelf vertellen. Maar toen Brian vroeg hoe je het beste een hut kon bouwen stak hij snel van wal. Duidelijk bereid om te helpen daar waar hij kan.
willemien

Onder Zimbabwanen

Zondag 13 september
Nathalie en ik logeren een aantal dagen bij Brian (Zimbabwaan) en zijn vrouw Marleen (Nederlandse en schoolvriendin van Nathalie). Boodschappen doen is geen eenvoudige taak. Yoghurt is er niet, ook geen kaas: zou misschien vrijdag wel komen (niet dus). En als één winkel het niet heeft, dan is het in de hele stad niet te vinden: er is maar één leverancier. Gelukkig vonden we nog wel een (één) pak langhoudbare melk. Aan eieren geen gebrek en ook is er voldoende bier te koop. Tomaten kopen we onderweg en we slaagden er ook in wat vlees te bemachtigen.
We zijn een avondje naar de stamkroeg van Brian en Marleen gegaan. Natuurlijk buiten. Een bar, vele banken en stoelen, hangmatten, je kunt er ook een cabin huren (voor de backpackers) en pizza bestellen. Die met vlees hebben we direct terug gegeven. Was bedorven. Die met kaas en champignons was overheerlijk. Vrijdagavond naar een feestje dat voor ons is georganiseerd. Iedereen neemt zelf eten en drinken mee. Brian heeft brood gebakken. Nathalie en Marleen hebben een verrukkelijke kipstoofpot gemaakt en ik mijn favoriete gevulde eieren. Het feest was in het prachtige huis van twee homo’s. Verboden hier, streng verboden! In de loop van de avond kwam het idee op om de volgende dag met zijn allen te gaan picknicken in het nationaal park, aan de Zimbabwe. Werkelijk een belevenis. Zo’n 20 kilometers het nationaal park in en dan daar eerst in de schaduw de restjes van de vorige dag gegeten. Daarna met zijn allen naar een eilandje gewaad door de snelstromende rivier. Daar lekker in het water liggen (in badpak of gewoon met je kleren aan, ik koos voor het laatste). Fantastische belevenis. Midden in de wildernis, in de verte gespuit van de nijlpaarden, kijken naar de visjes die uit het water springen en zorgen dat je vlak bij een stroomversnelling blijft ivm de krokodillen. En ik was niet eens bang. Daarna naar het huis van de twee jongens die over een gigantische hoeveelheid verkleedkleren bleken te beschikken. Iedereen heeft zichzelf zeer extravagant gekleed, met pruiken, boa’s en sigarettenpijpjes. Op naar het plaatselijke hotel (die van de te voren geïnformeerd waren over onze komst en dat het een ‘verkleedfeestje’ zou zijn. Is hier een normaal gebeuren). Met de jongens gesproken over de mogelijkheid om een gay parade te houden in Vic Falls. Ze voelen er wel voor, als het maar niet zo heet. Een parade in verkleedkleren waar zowel hetero’s als homo’s aan mee zouden doen. Met een goed doel. En dan langzaam aan – als het geaccepteerd is – meer de nadruk op ‘gay’. Toen ik aangaf dat we er wel een project via de Nederlandse ambassade van kondaar een andere versie dan de mijne.
Willemien

vrijdag 11 september 2009

Lastige zaken

Dit blog gaat over de reis van de Doopsgezinde Zending om de nieuw ontwikkelde cursus over de Jozef-verhalen aan te bieden (zie ook het linkerpanel), maar ook over de aparte trips die leden van de delegatie vervolgens gemaakt hebben. Tot nu toe is weinig aandacht besteed aan de kleine en grote minder prettige kanten van Zambia en Zimbabwe.
Allereerst de tsetse vlieg. Daar hebben we vooral in de bush erg veel last van gehad. Het is een soort steekvlieg die de slaapziekte overbrengt. Je kunt je er niet echt tegen beschermen, alleen maar zorgen dat je niet gestoken wordt. Maar zodra je ergens stopt vliegen ze de auto in. Inspuiten met Deet of Dettol helpt niet of nauwelijks. Bij de ingang van een kamp staat vaak een flacon met dettol waarmee je de hele auto moet inspuiten. Men zegt wel dat de slaapziekte niet meer heerst, maar dat is meer wishful thinking. Waar we in het begin niet zoveel last van hadden waren de muggen. Dat wordt nu dubbel en dwars goedgemaakt. Muggen zijn de overbrengers van malaria. Inspuiten helpt redelijk en een klamboe is een must. Vandaag gaan we het huis waar we nu verblijven uitroken…

En tot slot is daar de hitte. In Kitwe was de temperatuur aangenaam, zo’n 25*. En ’s avonds trokken we een trui aan. Hier is het vanaf een uur of 12 tot een uur of 5 bijna 40*, en dat is niet meer prettig. Vreemd genoeg kennen ze hier geen siësta. Ook vind ik het merkwaardig dat de meeste Afrikanen geen hoed of zo dragen. In de Aziatische landen zie je iedereen met hoed…

Malaria is doodsoorzaak nummer 1, op de voet gevolgd door Aids. Merkwaardig genoeg zie je nergens iets over Malaria, maar in Zambia zie je zodra je in de bewoonde wereld komt grote borden met voorlichting: “Aids discrimineert niet, discrimineer dus niet” en “Aids kan worden voorkomen, onthoud je of vrij veilig”. Er zijn ook andere grote voorlichtingscampagnes: tegen kindermishandeling en tegen huiselijk geweld. Die laatste campagne komt erg overeen met die in Nederland: “geweld is niet gewoon, zoek hulp”.

En dan is er natuurlijk de armoede en de honger. In het noorden, rond Kitwe viel het nog mee, maar zodra we wat afzakte zagen we kinderen met van die bolle buiken, ontstoken ogen enz. Er werd ons steeds dringend afgeraden om de kinderen wat te geven. Ze moeten leren dat bedelen niets oplevert, maar iets verkopen wel. We hebben daarom maar heel vaak wat bananen, wat nootjes of zo aan de kant van de weg gekocht. Bij die een zakje en bij een ander een zakje. En dan geen wisselgeld terugvragen. Wij verblijven nu in Zimbabwe in een huis met een golfplaten dak. De hele buurt heeft dezelfde huizen. Waar wij wonen is indertijd een kamer bijgebouwd. En er wonen twee mensen. In de andere huizen wonen twee of soms drie gezinnen. Niemand heeft maar een baan. Gisteravond was er even een buurvrouw op bezoek. Haar man is een jaar of vier geleden naar Zuid Afrika gegaan. Normaal sturen de mannen dan af en toe geld. Hij niet. Ze heeft drie kinderen, een baan in een winkel, ze had net een partij lakens op de kop getikt en ging die verkopen, was in haar vrije tijd counselor voor de kerk en leidde daar ook de gebedsavonden. Zo is het eigenlijk met iedereen: je doet een beetje van dit en een beetje van dat. Wees niet afhankelijk van één baan. Eigenlijk hetzelfde wat we vroeger op school bij aardrijkskunde leerden: een monocultuur is niet goed.
Willemien

In de bush en op naar Zim


Na de relatieve bewoonde wereld van Itezhi Tezhi zijn we voor de laatste keer de bush ingegaan. De weg was relatief goed. Soms konden we wel 25 of 30 km per uur (maar nooit langer dan een minuut of vijf!). Tijdens deze laatste twee dagen hebben we behalve olifanten en kudu’s geen groot wild meer gezien. Wel prachtige vogels, verschillende soorten herten, apen enz. De lodge in Nanzhila was weer heel anders, veel simpeler dan tot nu toe. Maar ook hier kregen we een eigen assistent, die het vuur aanmaakt, zorgt voor water en ook vaak adviezen kan geven over waar wild te zien is of hoe bepaalde dieren heten. De tweede dag kregen we een zachte band, dus maar doorgereden tot we weer in de bewoonde wereld kwamen. In Kalomo was gelukkig iets wat op een garage leek en waar ze lucht voor de band hadden. Na een lange en stoffige weg kwamen we in de echte bewoonde wereld: Livingstone. In een backpackers guesthouse konden we de tenten opzetten. Voor de laatste keer! De volgende dag geprobeerd geld op te nemen. Nou nee dus. Wisselen kon gelukkig wel. Daarna naar de grens. Een beleving apart. Eerst de Zambiaanse douane: stempel en klaar. Maar eigenlijk mag je niet met je eigen auto de brug over de Zambezi over (of je moet hem voor veel geld in Zimbabwe inklaren). We hadden een pick-up met vele koffers, tenten, potten en pannen. Dat wilden we overhevelen in twee taxi’s. Gelukkig kwam er een of andere slimme Zambiaan naar ons toe. Met zijn hulp toch met de eigen auto de grens over. Aan het einde van de brug, vlak voor de grens met Zimbabwe alle bagage eraf. Nathalie met de Zambiaan en de auto terug, naar het vliegveld om de auto in te leveren. Brian met twee koffers de grens over en met een taxi naar hun huis in Vic Falls. Daar de eigen auto opgehaald. In die tussentijd mocht Marleen heen en weer lopen om ALLE bagage de grens over te slepen. Ik ondertussen de formaliteiten voor de visa afgehandeld. Na 1 ½ uur kwam Nathalie terug en konden we de grens over lopen. Zimbabwe here we are! Op naar het prachtige huis van Brian en Marleen voor een verblijf van vier dagen. Met bezoeken aan een aantal projecten. Zondag gaan we hier naar de kerk. We zullen eerst contact opnemen met de dominee om te bekijken of we in de dienst iets over TEEZ mogen vertellen. Vast wel!
Willemien

donderdag 10 september 2009

Stenen en andere hardware




De laatste week van ons (Jonathan en Bart) verblijf in Zambia speelt zich af in North-Western Province, met name in en rond Zambezi en Chivombo. Chivombo is de geboorteplaats van Jonathan. Voor de kleine school daar is via de stichting http://www.chivombo.nl/ computer hardware aangeschaft. Een hele verrijking voor de leerkrachten en de leerlingen. Vooral de Encyclopedie programma's op de PC trekken de aandacht en interesse. Daarnaast is het de bedoeling een kleine kliniek te bouwen. Om een start te maken moeten 3000 bakstenen aangeschaft worden en naar het betreffende terrein vervoerd. Dat is een hele klus. Er worden genoeg bakstenen geproduceerd, maar vind maar eens de goede kwaliteit. Deze stenen worden gemaakt door een termietenheuvel af te graven+ de aarde uit die heuvel wordt nat gemaakt, in een mal gedaan, gedroogd en gebakken in een oven die ter plaatse van stene wordt opgebouwd. Uiteindelijk worden de geschikte stenen gevonden, onderhandeld over de prijs, en via een al eerder bestelde vrachtwagen vervoerd naar Chivombo. De jongeren en mannen van het dorp worden gecharterd om de vrachtwagen in en uit te laden. Alles gaat gepaard met gezang om de moed en de vaart er in te houden. Het is korter opgeschreven en gemakkelijker verteld dan het in de stressige en weerbarstige werkelijkheid gaat, maar het is gelukt. De stenen zijn er en het fundament kan gelegd worden.


Wat TEEZ betreft geburt er deze week niet zo heel veel. Wel worden nog een aantal contacten gelegd. Meest opmerkelijk is het contact met een RK priester die werkt op de missiepost van Chinyingi Mission. Hij is zeer geinteresserd in het materiaal en gaat contact opnemen met het Ecumenical Centre Mindolo. Wie weet wordt het ooit echt oecumenisch....!




Op de laatste dag hebben we nog een korte ontmoeting gehad met Andrew Muwowo op het winkelcentrum Manda Hill te Lusaka. Wij hadden het genoegen hem blij te maken met een bijdrage voor zijn project over de verdwijnende muziekcultuur. Omdat wij zeer gehaast waren om onze overige besognes af te ronden hebben wij hem maar zeer weinig ruimte gegund om zijn enthousiaste verhaal in de vorm van een college af te steken. Niettemin hebben we weer iets van hem geleerd. Een markante man die we niet snel zullen vergeten.




Dinsdagavond kwamen na een zeer voorspoedige reis op Schiphol aan. Dat wordt weer even wennen aan de temperatuur en het gewone leven. We laten maar in het midden welk leven gewoner is.....




Bart

Zambiaanse gastvrijheid

Donderdag 10 september
Tijdens het stukje vakantie in de bush hadden we nergens meer de mogelijkheid voor internetten. Ik schrijf dit als we al in Zimbabwe zijn, maar zal de draad oppakken midden in het nationale park. Zaterdag zijn we inderdaad naar een plek gegaan waar ijzer wordt gegoten. Er was een uiterst vriendelijke oude man die ons precies vertelde en liet zien hoe men in de ijzertijd ijzer smolt en daar eenvoudig gereedschap van maakte. De plek was ongeveer een eeuw geleden teruggevonden en men had gereconstrueerd hoe het toen gegaan moest zijn.
De volgende dag vroeg opgebroken. De eigenaar van de lodge had ons verteld dat er min of meer onderweg naar ons volgende kamp een mijn is waar o.a. aquamarijn en tourmalijn gewonnen wordt. De eigenares was tevens oprichtster (?) van de organisatie “Women in Mining”. We kregen een gids mee, een houtbewerker die de vorige dag – samen met een collega – op de fiets in vier uur van zijn woonplaats naar de lodge was gekomen om zijn houtsnijwerk te verkopen. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat er gefietst kan worden, maar de wonderen zijn de wereld nog niet uit. Door hem mee te nemen hoefden ze niet met zijn tweeën op die ene fiets terug. Zij blij, wij blij. Na weer een prachtige tocht (we hadden het nooit zelf kunnen vinden) kwamen we bij de mijn. Ze waren via de radio al van onze komst op de hoogte gesteld en er was een warm welkom door Fiona, de nicht van “Madam” en een paar van de mijnwerkers. Omdat het zondag was werd er niet gewerkt, maar ze waren helemaal bereid om ons rond te leiden. En trots dat ze waren op ‘hun’ mijn en ‘hun’ Madam! Er was ook een klein kerkje waar normaal gesproken Madam preekte. Nu die er niet was, was er ook geen dienst gehouden. In de kerk hing o.a. een foto van een schilderij met Jezus aan het kruis, een gebroken glasplaat ervoor. Kerstversiering, nog niet uitgepakt, hing aan de muur… Helaas wist Fiona niets te vertellen over “Women in Mining”en er werkte alleen maar mannen… Later, in LIvingstone, zou het raadsel worden opgelost. Daar worden in een winkel de sierraden verkocht die gemaakt worden van de gewonnen stenen en de verkoopster daar kon ons vertellen dat er nogal wat van dit soort mijnen in handen van vrouwen zijn. Die werken samen om te zorgen dat de weduwen en wezen van de mijnwerkers verzorgd worden. Ze hebben bijv. een schooltje voor 200 wezen…
Daar het lunchtijd was bood Fiona aan voor ons op een heuvel een tafel neer te zetten zodat we daar onze lunch konden gebruiken. We hebben dat met beide handen aangepakt onder voorwaarde dat zij en de mijnwerkers die ons hadden rondgeleid mee zouden eten. We hadden een al klaargemaakte butternut bij ons! Na lang aandringen was dat akkoord en we hebben twee grote schalen met eten bereid. Veel te veel. Zo konden we met goed fatsoen flink wat eten achter laten. Al tijdens de maaltijd zagen we dat een van de mannen met zijn volle bord even naar een huisje liep. Ook daar hadden ze honger.
Bijzonder was dat we de vorige dag tijdens een tocht over de rivier een soort palmboom hadden gevonden waar olifanten de vruchten van eten. Een olifant was al langs gekomen en had er vruchten afgeschud. We hebben er een meegenomen, maar niemand (ook niet de bioloog Peter Ross, die toevallig in de lodge was) kon ons vertellen of het ook voor mensen eetbaar is. Sterker: de eigenaar van de lodge wilde niet dat wij hem bij onze tent hielden: hij moest in de fridge. De olifanten zouden er anders wel eens op af kunnen komen, de vrucht rook inderdaad sterk en zoet. Onze gids wist de volgende dag echter goed raad met de vrucht. Hij brak hem open en er kwam een soort geel mango vlees tevoorschijn. Ik vond het te draderig, maar Brian en de anderen vond het heerlijk.
Door naar Itezhi Tezhi. Nathalie zag een kerk van de Brethern in Christ, dat is de kerk die het nauwst verwant is aan de doopsgezinden. We zijn gestopt, men was bezig met een Bijbelcursus. Maar natuurlijk waren we van harte welkom. Na een gezamenlijk gebed hebben we afscheid genomen als goede bekenden. Al met al op deze zondag toch twee kerkbezoeken!
In het zelfde dorp zijn we ’s avonds uit eten gegaan. Een beleving apart. Nathalie maakte wat foto’s van de vrouwen die kookten. Grote pret dat ze zichzelf konden zien. Of ze hun moeder mochten halen, kon die ook op de foto. “Kleine olifant” was haar naam en ze wilde maar wat graag. Later kwam haar man ook. Of we de foto’s wilden opsturen: ze hadden een postadres. Dat bleek het adres van de kerk te zijn. Zo gaat dat in Zambia.
Willemien

maandag 7 september 2009

Naar de kerk in Livingstone






De kerk van de United Church of Zambia in Livingstone waar we op onze laatste zondag in Zambia naar toe geweest zijn, is genoemd naar de eerste zendeling, die in Zambia gewerkt heeft: de Fransman Coillard. De dienst in de Coillard Memorial Church begon 'pas' om 8.30 uur. We zorgden dus dat we er om 8.00 uur waren. We werden bijzonder hartelijk ontvangen door de secretaris van de kerkeraad. De vele vrouwelijke TEEZ-tutors van deze gemeente waren naar een landelijke ontmoeting elders in Zambia, waar nieuwe tutors hun rode jas met witte sjaal zouden ontvangen als teken van bekwaamheid. Niet dat de kerk daardoor leeg was, want die raakte in de loop van het eerste uur van de dienst weer stampvol. De dienst bleek een jongerendienst te zijn met een grote inbreng van een uitstekend jongerenkoor (zie foto). Gelijktijdig met de medereisgenoten die nog in Kitwe waren en daar de Buchikerk bezochten (zie blogbericht hieronder), zaten wij net als zij als gasten voorin de kerk op het podium naast het koor. De sfeer was verschillend van die in St. Margareth's in Kitwe de vorige zondag: hier in L'stone werden we meer opgeroepen om met hart en ziel mee te doen. Bijzonder was dat speciaal voorafgaande aan de preek de kerkgangers met een vrolijk lied in de eigen taal en met handgeklap de reverend (Afke dus) staande toezongen en in dat gezang zich zelf aanspoorden om goed naar de preek te gaan luisteren. Sommigen stonden daarbij te dansen. Afke preekte over het verhaal van Jakob, die droomt over een ladder naar de hemel waarlangs engelen op- en neergaan (Gen.28: 10 – 22). Jakob werd daarin geduid als een mensenkind op zijn levensreis: komend uit een gecompliceerd verleden vol met bedrog, op weg naar een onzekere toekomst. In de droom werd zijn aardse leven verbonden met de hemel en met de Ene, die ons niet in de steek laat. De concentratie en het betrokken luisteren waren indrukwekkend voor ons Nederlanders, evenals het reageren op gedeelten van de preek met "Amen" en "Halleluja". Na de dienst stonden wij in de hal van de kerk en gaven een hand, vaak op Zambiaanse wijze, aan de lange rij van vele honderden kerkgangers die het kerkgebouw verlieten (zie foto). Ondertussen bleef het koor zingen en kwam als laatste dansend naar buiten. Wat een feest! Terwijl de volgende dienst begon, werden wij onthaald op thee en biscuits om bij te komen van de ruim twee uur durende dienst. Chris en Afke

Victoria Falls


Eind van de middag was er nog tijd om de Victoria Falls te bezoeken. Woorden schieten te kort.

Two Reverends


Onderweg van Lusaka naar Livingstone brachten we TEEZ-materiaal langs bij enkele kerk-complexen van de United Church of Zambia. We troffen Rev. Alice Mulenga, die zo blij was eindelijk eens een buitenlandse vrouwelijke collega te treffen, dat ze beslist samen op de foto wilde met de doopsgezinde predikante van Bussum-Naarden.

zaterdag 5 september 2009

In between 3


Het is veel kilometers maken geblazen in een land ruim 44 keer zo groot als Nederland. Op bijgaande foto benen, die hun bijdrage aan al dit verplaatsen konden beperken tot het "bij de hand houden" van het waterflesje (wel belangrijk op de soms stoffige wegen!). Ondertussen is er in de auto tijd om het volgende bezoek voor te bereiden.

Leeuwen, olifanten, apen en nijlpaarden


Zaterdag 5 september
Even geen doopsgezinde werkzaamheden, maar gewoon vakantie. We zitten op onze tweede kampeerstek. Aapjes spelen in de bomen om ons heen en maken gekke geluidjes. Gisteravond hoorden we een olifant vlak in de buurt – je hoort dat aan het kraken van de bomen, maar we zagen hem niet. Dat was de avond ervoor, op onze eerste plek, wel anders. Maar liefst drie grote olifanten (ze zijn hier echt veel groter dan die in Artis!) liepen op nog geen tien meter van onze tent. We zaten allemaal doodstil. De olifanten waren gewoon aan het kuieren, stonden eens stil, liepen weer een stukje, draaiden zich eens om en na verloop van tijd vertrokken ze weer. Olifanten zijn wel gevaarlijk, maar alleen als ze zich bedreigd voelen of zo.
We hebben inmiddels een paar tochten met een gids gemaakt. Zowel over land als op het water. Teveel gezien om op te noemen. Laat ik me beperken tot de leeuwen. De eerste ochtend zagen we – nou ja, zag de gids – sporen van een leeuw. Die zijn we gaan volgen (in een open safari landrover). Uiteindelijk vonden we een mannetje en een vrouwtje slapend onder een boom. Ze keken wat verstoord, maar bleven rustig liggen. We konden ze tot op een paar meter benaderen (brrr, ik zat aan de kant van de leeuwen). ’s Avonds zijn we met dezelfde gids kijken of ze er nog waren. Ze hadden zich een klein stukje verplaatst, want ze waren de liefde gaan bedrijven. Als ze daar eenmaal mee beginnen dan wordt de leeuwin ongeveer iedere 7 minuten besprongen, maar alleen als ze staat. Dat kan dagen doorgaan. Het werd donker, maar gelukkig hadden we een grote schijnwerper bij ons. Na verloop van tijd weggegaan en toen kregen we via de radio een berichtje dat er ergens anders ook nog leeuwen moesten zijn. In het donker toch gevonden. Onze gids was echter bezorgd: de jonge leeuwen (8 maanden oud) en de moeder waren er niet. Na enig zoeken ook gevonden.
Vandaag gaan we naar een dorpje (dat betekent een aantal hutjes, heel veel kinderen en aardige mannen en vrouwen) waar ze nog op de manier uit het ijzeren tijdperk aan het smeden zijn. Daarna ’s middags een tocht over de rivier hier. We zijn benieuwd.
Vanmiddag is in Haarlem de opening van de tentoonstelling van Haarlem tot Harlem (of zoiets). Gek idee.
Willemien.

Holland Huis in Solwezi

Dinsdag
Vroeg op en na een uitgebreid ontbijt – en het opladen van twee four Wheel drives – op naar het Holland Huis. Wij zouden het een bedrijfsverzamelgebouw noemen, ieder bedrijfje dat zich er wil vestigen moet minimaal 1 gehandicapte in dienst hebben. Wij kwamen speciaal voor de timmerwerkplaats van Mozes en zijn mannen. Daar is jaren geleden Hugo Timmermans op verzoek van de doopsgezinden heen gegaan om hen te helpen de Mukwa-stoelen (van Mukwa hout) te maken, naar een design van Piet Hein Eek. Die stoelen staan inmiddels in Jansje, de cadeauwinkel met ondersteunende horeca van de doopsgezinden in Haarlem. Helaas produceren ze de stoelen niet echt meer. Allereerst moeten ze investeren om het hout te kopen en op te halen, daarna moeten ze investeren in het op dikte zagen van de planken voor de stoelleuningen. Ze zouden maar wat graag een machine hebben om dat laatste zelf te kunnen. Momenteel maken ze alleen van alles en nog wat op bestelling. Zo waren ze toen wij kwamen bezig met een doodskist.
We hadden foto’s mee van de door hen gemaakte stoelen, zoals die nu gebruikt worden in Jansje en hoe ze daar tentoongesteld staan in de kelder om te verkopen. Ik heb geprobeerd uit te leggen dat als ze een paar stoelen zouden neer zetten, dat mensen die dan misschien wel zouden willen kopen. Ik kreeg niet de indruk dat ik ze kon overtuigen….
Na het Holland Huis de laatste boodschappen en snel op weg. Na een dikke honderd kilometer moesten we definitief (nou ja – voor deze reis) van elkaar afscheid nemen. Jonathan, Bart en Steven door naar Zambezi, Marleen, Brian, Nathalie en Willemien door naar het Kafue park. Met een eerste nacht Kasempa. Daar hebben we nog uitgebreid gepraat met een leraar aan een middelbare jongensschool. Geen gemakkelijke taak om 700 (!) jongens de basisbeginselen van natuurkunde bij te brengen zonder te beschikken over materialen waarmee je zaken aanschouwelijk kan maken. Zoals de Maagdenburger halve bollen (wie het niet weet: Wikipedia geeft antwoord).
Willemien

Mulenga en afscheid van de rest van de groep van Kitwe

Zondag en maandag
Zondagmiddag kwam Mulenga op bezoek, het lid van de TEEZ-groep dat wel in Nederland was, maar die we nu nog niet ontmoet hadden. Ze is inmiddels verhuisd en is een organische boerderij aan het opzetten. Ook heeft ze bij de lokale gemeente subsidie gevraagd om een ‘wilde bloemen’ wandeling uit te zetten. We hebben erg leuk met haar gepraat, o.a. over ons idee voor een Afrikaans kookboek, met foto’s en Bijbelse verhalen. Dat viel in goede aarde. Wie weet….
Maandag was het opbreken geblazen. Al vroeg vertrok Jonathan naar Ndola om zijn broer en heeeel veel spullen voor de school in Zambezi op te halen. Na een prachtige tocht kwamen we rond half zes (vlak voor donker dus) in Solwezi. Koffers in de lodge en vervolgens naar Ronald de Groot, een Nederlander die nauw betrokken is bij het Holland Huis en de Mukwa stoelen. Die stoelen staan o.a. in groten getale in Jansje, de cadeauwinkel van de doopsgezinden in Haarlem. Hij had weinig vertrouwen in de toekomst van dat project. Zonder begeleiding – zo vond hij – werd het niks. Meer vertrouwen had hij in een soortgelijk project in Lusaka. Daar was permanente begeleiding. Ronald had een heerlijk vuurtje en fiks wat Zambiaans bier. Jammer dat we weg moesten. Dinsdag gaan we zelf in het Holland Huis kijken en zo mogelijk gaan Nathalie en Willemien aan het einde van hun reis naar het project in Lusaka.
Dinsdag gaan Jonathan, zijn broer Steven en Bart naar Zambezi. Nathalie, Willemien en hun Zambiaanse vrienden Marleen en Brian naar het nationaal park voor een kampeertocht van zo’n 5, 6 dagen. Zonder internet of telefoon. We komen terug!
Willemien

De groep splitst: er wachten diverse reisdoelen.......................




Vrijdag 28 Augustus vertrokken Jonathan, Johannes en Nynke dus naar Lusaka: de dag erop wachtte de terugvlucht naar Nederland voor Nynke en Johannes. En Rev. Mabuluki, Charles van de TEEZ-staff en Chris&Afke vertrokken die dag eveneens uit Kitwe om in Choma de bisschop van de Brethern in Christ te ontmoeten en vervolgens door te reizen naar Livingstone, waar Afke zondag gaat preken in de grote Coillard Memorial Church. Het zou allemaal nog wat anders gaan lopen.

Via het netwerk van Rev. Mabuluki is gearrangeerd dat we (Chris en Afke) bisschop Thuma Hamukang'anduvan van de Brethern of Christ (BIC) gaan ontmoeten. De BIC zijn de (voorzover we weten enige) anabaptistische groepering in Zambia en daarmee dus van dezelfde "kerkfamilie" als de Nederlandse doopsgezinden. Aanvankelijk stond op het programma dat we de bisschop zouden gaan opzoeken in zijn headquarters in Choma, op doorreis naar Livingstone waar Afke zal voorgaan in een dienst van de United Church of Zambia. Gaande de eerste week van ons verblijf wordt echter duidelijk dat de bisschop juist op onze reisdag richting Livingstone spoedeisende verplichtingen heeft in de hoofdstad Lusaka. Het plan is gauw gemaakt: we gaan proberen een ontmoeting in Lusaka te arrangeren en dan ook Jonathan, Nynke en Johannes daarbij uit te nodigen. De hele logistiek van overnachtingen en transport worden soepel omgegooid zodra de bisschop doorgeeft ons daar graag te zien. Op z'n Afrikaans spreken we via de Rev af de bisschop te zullen bellen zodra we aankomen in Lusaka. Hoe onmisbaar is mobiele telefonie hier!; andere mogelijkheden voor flexibel organiseren zijn er eigenlijk nauwelijks. De Rev. is trouwens sowieso heel frequent aan het bellen met zijn twee mobieltjes: tijdens zijn aanwezigheid bij ons gezelschap gaan zijn directeurschap van TEEZ en zijn pastoraat uiteraard gewoon door. Het geeft ons, dankzij zijn openheid, ook een inkijkje in het kerkewerk hier: heel veel delegeren, veel blijdschap en humor in de contacten, een immens netwerk en steeds soepel omschakelen van Engels naar meerdere indigenous languages. Dat laatste doet denken aan dopers pastoraat in het Nederlandse Friesland of met menniste Friezen. Het lukt om de bisschop te ontvangen in het Anglicaanse Lodge in Lusaka voor een korte “business meeting", waarin we de diverse lopende contacten en projecten langsgelopen. Daarna naar een restaurant in de buurt waar we de bisschop hebben uitgenodigd voor het diner. Aan tafel is er ruimte voor een nadere kennismaking en uitwisseling over kerkelijke beweging zijn in Zambia en in Nederland. We zijn wederzijds eerlijk en respectvol. Het is prachtig te ervaren hoeveel interesse er in elkaar bestaat. De bisschop stelt heel belangrijke vragen over hoe we omgaan met het leger worden van de Nederlandse kerken bijvoorbeeld. We krijgen het aanbod om een tegenbezoek te brengen, alsnog aan zijn HQ en daar gaan we heel graag op in. Na een mooi ingetogen tafelgebed van de bisschop gaan we uiteen. Wat een wijze man! Zo’n bisschop zouden we in Nederland ook wel willen………. ?!

donderdag 3 september 2009

Nshima........









de dagen in Kitwe




Het programma voor ons bezoek aan TEEZ en de deelnemende kerken en hun projecten was rijk en vol. Daarom was het goed als groep ook soms tijd en rust te nemen voor elkaar. Dat lukte eigenlijk het beste aan de avondmaaltijd. We probeerden de echt Zambiaanse schotels. En ons eigen guesthouse (eigendom van de TEEZ-organisatie, een beetje een broederschapshuis zou je kunnen zeggen) in Kitwe beviel ons zo goed, dat we dat vanaf de eerste avond bijna steeds als ons "thuishonk" gebruikten. We wisselden de ervaringen uit en spraken over wat ons beweegt en wat ons die dag trof. We hadden dus al het begin van een ondergrond toen Reverend Mabuluki, direct voorafgaande aan onze wandeling met de care-givers van het anglicaanse project door een township van Kitwe tegen ons zei: "we are all human beings, so be prepared for the emotional impact of the encouterings to come, while visiting the patients and their families. And be not afraid to share your emotions with one another". Dat was wijs en pastoraal.



In ons "eigen" Providence Guesthouse proeven we dus van de Zambiaanse keuken en proberen allemaal het gerecht Nshima. Nshima, klaargemaakt uit fijn gemalen maismeel, wordt geserveerd als ovale halve bollen. Het neemt in een volledige maaltijd de plaats in van rijst of aardappelen. Voor arme mensen bestaat een maaltijd vaker geheel uit Nshima. Nshima wordt soms op een apart bord geserveerd. Na goed de handen gewassen te hebben (een speciaal ritueel), neem je steeds een kleine hoeveelheid ervan en combineer je dat met het vlees en of de groente. Jonathan leert hoe het moet en zo kunnen we van dit echt Zambiaanse gerecht genieten. Nshima is het voedsel voor de armere Zambiaan. Het is moeilijk je te blijven realiseren dat veel mensen in Zambia echter het zich niet iedere dag kunnen permitteren om zelfs maar Nshima te eten. Op de één of andere wijze lijkt dit gerecht ons echter wel met hen te verbinden. Velen van ons bestellen het tijdens ons verblijf steeds opnieuw.



Tijdens de maaltijden komen we in gesprek over ieders relatie met de gemeente, ons geloof, over onze familie, over wat tribal-cousins hier in Zambia voor elkaar betekenen en over nog zoveel meer. Het zijn mooie avonden. We verbinden ons aan elkaar en met de TEEZ-mensen die soms onze tafel delen. Mooie herinneringen.
Chris