zondag 16 augustus 2009

We stellen ons voor: Chris en Afke Maas


Afke:
Van de TEEZ-groep in Haarlem had ik tot voor kort nog niet gehoord. Eenmaal er mee in aanraking gekomen, was ik meteen enthousiast. Bijbelverhalen hebben mij van jongsafaan geboeid. Inmiddels ben ik leerhuisdocent en doopsgezind predikant geworden en houd ik mij in mijn werk bezig met het geven van betekenis aan bijbelverhalen voor mensen van nu. Van de leerhuizen uit de joodse traditie heb ik geleerd, dat het leren met elkaar zo waardevol is, omdat ieder op haar en zijn eigen wijze naar verhalen kijkt en luistert. Wat je met een bijbeltekst doet, hangt mede af van jouw leefwereld. Hoe bijzonder, dat in het TEEZ-project van de Jozefverhalen de leefwereld van mensen uit Zambia en Nederland bij elkaar gebracht worden en elkaar gaan beïnvloeden. Ik ben heel benieuwd hoe dit op onze reis gaat uitwerken en vind het een voorrecht om er aan mee te mogen doen. Bovendien is dit nu zending waar ik me in kan vinden, omdat het verzoek om cursusmateriaal uit Zambia kwam. We komen niets opleggen, maar werken samen als gelijken. Ik hoop dat dit project contacten en inspiratie gaat opleveren voor andere doopsgezinde gemeenten, zoals de mijne in Bussum-Naarden. Heel spannend vind ik het ook, maar de materiële en geestelijke voorbereiding op deze reis maken, dat ik er steeds meer zin in krijg om de mij nu nog onbekende mensen te gaan ontmoeten.

Chris:
Het enthousiasme waarmee ds. Herman Heyn mij vertelde over de wijze waarop het TEEZ-project over de Jozef-verhalen vorm kreeg, werkte direct aanstekelijk. Verdere contacten met ds. Bart Stobbelaar en de Haarlemse pilotgroep en bestudering van het materiaal dat we nu naar Zambia mogen gaan brengen, hebben mijn respect en enthousiasme voor dit project alleen maar verder versterkt. Wat is dan het bijzondere van deze aanpak? Voor mij in de eerste plaats de oprechte interesse in “wat er werkelijk staat”. En hoe het samen aandachtig studeren enorm kan inspireren. Het besef dat juist de weerklank van het verhaal in de reacties van de gesprekspartners zo veel te betekenen heeft. Zo licht de tekst als het ware op. En natuurlijk vooral ook: hoe een dergelijke benadering mensen over zulke grote afstanden verbindt en stimuleert. Ongetwijfeld zullen we van onze Zambiaanse gesprekspartners veel gaan leren. Afgaande op m’n intuïtie heb ik er vertrouwen in dat de nu ontwikkelde methode nog een ruim vervolg kan gaan krijgen: zowel hier in “het Noorden”, in Afrika als in andere windstreken. Het is een voorrecht, namens doopsgezind Nederland, als nieuwe voorzitter van de Doopsgezinde Zending daaraan een steentje te mogen bijdragen.

1 opmerking: